Lukt het met een nieuw soort zand en een betere indeling van het hok om vrijwel alle plasjes en poepjes op het toilet te krijgen?
Varkens zijn slimme dieren en van nature zindelijk. Maar zwijnen in het wild leven een nomadisch bestaan. Ze trekken rond in een groot gebied. En tijdens dat rondtrekken poepen ze om hun aanwezigheid bekend te maken aan ander dieren. Bij het tamme huisvarken, zoals in de stal van het Familievarken, zien we dat gedrag nog altijd terug. Ze gaan allemaal naar een vaste plaats om hun behoefte te doen. Maar sommigen willen ook hun sporen nalaten.
Om alle poepjes en plasjes op te kunnen vangen hebben we bij het Familievarken twee uitdagingen. De eerste is: hoe zorgen we dat een groep van soms wel veertig biggen allemaal dezelfde plek ziet als toilet? En de tweede is: hoe zorgen we dat de rest van het zand ook schoon blijft.
Met de eerste uitdaging zijn we al een heel eind op weg. In het team van de Familiestal hebben we heel wat knappe koppen, experts en varkens-kenners. Ook ervaringsdeskundigen van buiten het team voorzien ons graag van advies.
Telkens als er een groep biggen aan komt, geeft dat een kans om dat hok zo in te delen dat wij de toiletten op de juiste plaats bouwen. Helaas zien we vaak dat er na verloop van tijd toch weer nieuwe poep- en plasplekken ontstaan. Op plaatsen waar geen toiletje is gebouwd. Uitscheppen en van nieuw zand voorzien is een tijdelijke oplossing maar als er ergens eenmaal een mestgeur hangt, dan weet een varken al snel genoeg: ‘hier mag ik mijn behoefte doen’.
“Waarom gaan ze nou juist daar?”, is een veelgehoorde vraag in de stal. Inmiddels weten we dat er enorm palet aan factoren is dat bepaalt waar de varkens poepen en plassen. Zit er bijvoorbeeld ergens een rechte hoek in de stalvorm? Grote kans dat de varkens in die hoek gaan poepen. Varkens poepen en plassen liefst in een rustig hoekje. Ook zien we dat de buitenmuren aantrekkelijk zijn om bij te mesten. Toiletgedrag is vaak voor- of achterin het hok. Omdat er in de stal daglicht is, zou de stand van de zon een rol kunnen spelen, we zien vaak aan de ’schaduwkant’ nieuwe plekken ontstaan. De mestplekken ontstaan dan weer niet in de zones die duidelijk een andere functie hebben. De slaap-plaats blijft schoon en ook op een voerplaats of een speelplaats ontstaan geen nieuwe toiletten. Maar er zijn er nog veel meer zoals de temperatuur, het soort zand, open of dichte hekken, contact met andere groepen. Allemaal factoren die we telkens meenemen bij de zoektocht naar de ideale stalvorm.
Afgelopen week hebben we twee nieuwe hokken opgeleverd in een van de rozetten. In een lange vergadering over het ontwerp hebben we alle bekende factoren op tafel gelegd. En deze gebundelde kennis leidde tot een vorm met voor- en achterin een toilet. De poep- en plasplaatsen zijn gedeeltelijk afgeschermd. We testen ook met een nieuw soort zand. Dit zand is wat zachter. Ook het voeren gaat anders. We strooien vaker en kleinere porties maar er is ook een bak waar de biggen altijd wat kunnen halen. Meer afleiding en minder stress bij de voerbeurten.
De biggen lopen nu een paar dagen in hun nieuwe hok en zijn veel aan het spelen en ontdekken. Tevreden varkens, dat is belangrijk. Maar een tevreden boer is ook belangrijk. Gebruiken ze de toiletten? Zo te zien is de indeling goed gekozen en zijn we weer een belangrijke stap verder. Maar het is nog te vroeg om te juichen. Want er was nog een tweede uitdaging. Dat zijn de losse poepjes en plasjes die het zand vervuilen en na een paar weken zorgen voor nieuwe toiletplekken. Om die te voorkomen moet een hokindeling voor de varkens duidelijke zones hebben. Aparte zones voor slapen, voeren en toiletgedrag zouden soelaas moeten bieden.
De komende weken gaan we de hokken weer nauw in de gaten houden. De varkens zijn in ieder geval tevreden. En de boer? Dat zal blijken.